Theosophical University Press Agency

Auteur als SpinragHerinneringen uit mijn jeugd

Ingrid Van Mater

Verscheidene decennia geleden wendde een Schotse vriendin toen we in een groep zaten te praten, zich tot mij met de opmerking: ‘Vandaag of morgen zal je tot de weinigen behoren die kunnen zeggen: ‘Ik herinner me KT’.’ Natuurlijk is er ook nu nog een aantal van ons dat de rajayoga-school heeft bezocht en zich iets van Katherine Tingley kan herinneren.

Ik werd ongeveer acht jaar vóór haar dood geboren, zodat ik me alleen de laatste jaren van haar leven kan herinneren, maar het midden van de jaren twintig was een dynamische tijd, die op mij een diepe indruk heeft achtergelaten. Het ophalen van herinneringen uit die vervlogen jaren en het evalueren van die ervaringen in het licht van meer recente cyclussen is een uitdaging geweest en was ook inspirerend.

Ja, ik herinner me KT wel degelijk: ze was een persoonlijkheid die ontzag inboezemde en die je bijblijft, en als kind noemden we haar altijd Madame Tingley. Onze groep meisjes ging haar tamelijk vaak opzoeken en bracht haar bloemen. Soms had ze haar hondje Dixie, een pekinees, bij zich wat we heel leuk vonden. KT hield van dieren, en veel leden die op het terrein van de school woonden, hadden honden, katten en vogels.

De broederschapsgedachte – vooral de goddelijke eenheid van het leven en het rekening houden met anderen – lag in het onderwijsprogramma besloten. Op zeer jeugdige leeftijd leerden we hoe het woord te spellen en te zeggen ‘Helpen en deelgenoot maken, dat is de betekenis van broederschap’. Ook werd ons heel jong geleerd de identiteit van de verschillende naties en hun vlaggen vast te stellen, en we zongen naast Engelse liedjes ook Duitse, Zweedse, Spaanse en Franse. Dit was een natuurlijke ontwikkeling omdat er kinderen van verschillende nationaliteit op de school waren.

Ook werd de nadruk gelegd op de noodzaak zich te concentreren – het belang de volle aandacht te schenken aan het karwei waar men mee bezig is. Een van de eerste woorden die we leerden spellen was AANDACHT. Hoofdrekenen was van groot belang om het verstand te scherpen, evenals hardop lezen en wedstrijden in het spellen van moeilijke woorden. Een inspannende les in concentratie deed zich voor wanneer we op de piano oefenden in een muzieklokaal met zeven piano’s die alle tegelijk in gebruik waren bij leerlingen die verschillende composities speelden. Het was inderdaad een verrassing te horen hoe de stukken werkelijk klonken wanneer je individueel pianoles had, weg van het lawaai in het muzieklokaal.

Een van mijn goede herinneringen is dat ik ’s avonds luisterde naar de oefenbijeenkomsten van het orkest en het koor van volwassenen in de ronde zaal van het academiegebouw waar we op de eerste verdieping woonden. We waren rond die tijd naar bed gegaan en ik zette de deur dan op een kier omdat mijn bed daar vlakbij stond, zodat ik ze kon horen repeteren. Op die manier raakte ik bekend met veel klassieke composities.

KT geloofde dat iedereen een taak in het leven heeft te vervullen en dat het nooit te vroeg is om te leren persoonlijk verantwoordelijkheid te dragen. In feite wordt tegenwoordig erkend dat kinderen op zeer jeugdige leeftijd snel leren. ‘Plichtsvervulling’ was een belangrijk thema overal in het onderwijsprogramma. Iedere dag maakten we onze bedden op en hadden we verschillende karweitjes te doen. Een van mijn taken was te zorgen voor de kanarie van onze onderwijzeres. Een keer toen ik de kooi buiten op de veranda had gezet zodat de vogel van de zon kon genieten, had ik de kooideur te ver opengelaten en de vogel vloog er dadelijk uit en koerste naar de hoogste boom. Gelukkig bedacht hij, na de hele dag van zijn vrijheid te hebben genoten, dat het niet goed was om de nacht buiten door te brengen en kwam naar de kooi terug – tot mijn grote opluchting en die van mijn onderwijzeres.

De onderwijsmethode van de rajayoga-school had vele aspecten. Omdat rajayoga letterlijk ‘koninklijke eenheid’ van verschillende vermogens betekent, omvatte de onderwijsmethode een breed spectrum, niet alleen het mentale potentieel, maar evenzeer de scheppende, kunstzinnige eigenschappen en de kwaliteiten van de ziel. Deze brede opzet trok de aandacht van de wereld, en onderwijskundigen uit verschillende delen van de wereld kwamen om te zien welke resultaten Katherine Tingley boekte.

Als ik nu aan dit alles terugdenk, kan ik gemakkelijk begrijpen dat het KT’s bedoeling was gedachtezaden te planten die een beroep doen op de innerlijke natuur van ieder kind en in de loop van de jaren zouden groeien en diepere betekenis zouden krijgen. We zegden bijvoorbeeld dagelijks vóór de maaltijd de volgende woorden op: ‘Waarheid, rechtvaardigheid, stilte’. Zelfs al hadden we de neiging de woorden heel snel op te zeggen en af te raffelen zoals kinderen dat doorgaans doen, zijn deze grondtonen me bijgebleven en natuurlijk hebben ze door de jaren heen aan betekenis gewonnen. Voor het avondeten zegden we het volgende op:

‘Laat ons deze dag besluiten met meer denkkracht voor zelfoverwinning dan we aan het begin van de dag hadden. Laten we vanavond onze ogen sluiten met een zuiver geweten en met een gevoel van onbaatzuchtige liefde voor al wat leeft, wat de beste kant van ons karakter is. Laat ons zoeken naar meer kennis, meer licht, meer kracht, in de stilte van onze laatste gedachten voor we gaan slapen.’

Er werd tijd genomen voor ontspanning en plezier. Een verjaardag was, vooral bij de meisjes, een feestelijk gebeuren. In zekere zin waren we ‘die dag een koningin’ en droegen een bloemenkrans die vaak werd gemaakt van varens, kleine roze rozen en vergeet-me-nietjes. Er werd heel veel tijd buiten doorgebracht. Tijdens de schoolpauzes vermaakten we ons met autopeds, driewielers, enz., en soms speelden we verstoppertje of hinkelden we. ’s Middags gingen we naar de speelplaats waar rekstokken, ringen en schommels waren. In de lente zagen we uit naar de lange wandelingen op de akkers buiten het terrein van het Hoofdkwartier om gele viooltjes en twaalfgodenkruid te plukken, en dan weer naar de berghellingen bij het strand om wilde venushaar te plukken. Dikwijls maakten we wandelingen op de omringende terreinen die prachtig waren, en de onderwijzers die ons rondleidden, noemden de namen van de planten en bomen: bloeiende eucalyptus, verschillende soorten dennen, palmen en acacia, een klein ijsplantje dat mesembryanthemum heette (we leerden allemaal hoe het uit te spreken en zelfs te spellen!) en vele andere.

Kinderen in Point Loma, rond 1928

Kinderen in Point Loma, rond 1928

Vaak gingen vermaak en werk samen, zoals wanneer we in het dennenbos bijeenkwamen bij het academiegebouw en hielpen erwten en limabonen te doppen, en bij het bereiden van snijbonen die in grote manden uit de keuken werden gebracht. Veel van het fruit en de groenten die we dagelijks gebruikten werden gekweekt in de boomgaarden en groentetuinen van het Hoofdkwartier.

We genoten in het bijzonder van de lessen in kunst en handenarbeid onder leiding van Hazel Pool, een zeer creatieve vrouw, die het leren tot een genoegen maakte. Ze leerde ons manden te maken van dennennaalden, die we hielpen inzamelen op onze terreinen. De dennennaalden werden in water geweekt om ze soepel te maken en vochtig te houden. Dan werden er bundels van gedraaid en met raffia vastgenaaid, die Mw. Pool met frisse kleuren had geverfd. We maakten allerlei handwerk als geschenk voor onze familie en terwijl we werkten las Mw. Pool ons verhalen voor. Nu en dan gingen we naar haar huis; ze had een prachtige tuin en liet elk van ons enkele viooltjes plukken om mee terug te nemen. Ook hielden we ons graag bezig met de houten legpuzzels die Dhr. Pool heel vakkundig had gemaakt.

Kerstmis en Pasen waren bijzondere gelegenheden. Bij het academiegebouw gingen we paaseieren zoeken in een tuin met een smal kronkelend pad van ronde kiezelstenen, dat Het Drakenpad werd genoemd, wat we erg leuk vonden; het was gemaakt door ons Welsh lid, Kenneth Morris. Het had een lage stenen muur en de plantengroei overal in de omgeving maakte het tot een ideale plek om er felgekleurde eieren te verstoppen.

Op kerstavond was er een groot feest in de rotonde van het academiegebouw, waar we een mooi toneel hadden. Iedereen was in afwachting van de magische verschijning van de verlichte kerstboom die langzaam van de eerste verdieping naar beneden in de duisternis zakte, terwijl het koor Stille Nacht zong. Daarna kwam de kerstman met zijn zak. Toen hij een van die jaren de zak opende, kwam ik eruit in Zweedse klederdracht. De eerste keer was ik ongeveer drie jaar, en naar ik me herinner deed ik dat ook de twee volgende jaren. Eén keer vloog de zak een beetje te snel tegen de grond en ik zag toen vier tonelen in plaats van één! Gelukkig kon ik me staande houden en iedereen een vrolijk kerstfeest toewensen.

Een andere bijzondere gebeurtenis was het woensdagavondconcert dat ongeveer eens per maand werd gegeven. Naast onze gebruikelijke schoolopleiding leerde ons kinderkoor vrolijke liedjes die we tijdens het concert zongen. Op een keer werden er vier Russische zangers met prachtige stemmen door KT uitgenodigd om voor ons allemaal te zingen en zij, op hun beurt, waren de gasten bij een van onze concerten in de vredestempel. Ze zaten met Katherine Tingley op de voorste rij en vier van ons werden uitgekozen om een boutonnière op de lapel van elk van hen te spelden. Ik zal nooit mijn verbazing vergeten toen ik probeerde de speld in de lapel van de zanger te steken en de stof zo stevig bleek dat het mij alleen lukte de speld doormidden te buigen! De zanger was zo hoffelijk de boutonnière over te nemen en maakte deze zonder speld vast.

Bij gelegenheden zoals de verjaardag van Mw. Tingley op 6 juli verzamelden we ons op de picknickplaats bij het gebouw van het Hoofdkwartier – een door bomen omringde open plek. De band speelde en er was een picknicklunch gevolgd door feestelijkheden.

Een van de meest betekenisvolle herinneringen was voor mij het meespelen in Een Midzomernachtsdroom. Ik kan me herinneren dat Katherine Tingley soms op de bovenste rij van het Griekse theater zat vanwaar ze regisseerde. We konden haar stem wel horen, maar Iverson Harris kwam de vele treden naar beneden om er zeker van te zijn dat haar aanwijzingen werden begrepen. Ik speelde ook mee in De Storm van Shakespeare, maar Een Midzomernachtsdroom was voor mij iets bijzonders omdat ik een rol had waarin ik iets moest zeggen. Ik was Spinrag [zie foto], in een grijsachtig kostuum met zwart opengewerkt materiaal eroverheen, en een baret met daarop een grote zwarte fluwelen spin. Mijn zuster was de Eerste Fee. Het was interessant in het bijgebouw te wachten – een gebouw dat op enige afstand van het theater stond – rustig te zitten wachten tot het onze beurt was om op te komen, terwijl we onze make-up lieten verzorgen en keken hoe sommige hoofdrolspelers door de grimeur werden getransformeerd.

Grieks Theater, Point Loma, 1919

Uit Shakespeare’s ‘Een Midzomernachtsdroom’, Grieks Theater, Point Loma, 1919

Op avonden dat een uitvoering werd gegeven, kreeg het Griekse toneel een toverachtige sfeer. Verlichte Japanse lantaarns leidden naar het podium, de musici in de orkestbak speelden en de verlichting was indrukwekkend. Na de uitvoering kregen we iets warms te drinken en crackers voordat we naar bed gingen. Er schieten me zoveel flitsen van uiteenlopende belevenissen te binnen dat het nog steeds moeilijk is ze in hun volle omvang te evalueren.

Er stond blijkbaar een geweldige kracht achter het visioen dat Katherine Tingley had om de School for the Revival of the Lost Mysteries of Antiquity op te richten, die begaafde mensen uit landen over de hele wereld aantrok van dichtbij en veraf. Er moeten karmische banden zijn geweest die zovelen daarheen dreef. Mijn vader en moeder bijvoorbeeld kwamen uit Zweden maar op verschillende tijdstippen, en ontmoetten elkaar in Point Loma. Helaas heb ik mijn vader nooit goed gekend, omdat hij stierf toen ik nog maar vier jaar was.

Het waren verheven idealen, maar de uitvoering ervan was natuurlijk onderhevig aan menselijk dwalen, omdat sommige onderwijzers van de School qua karakter en opleiding hoger waren gekwalificeerd dan anderen. Maar kunnen we niet zeggen dat op iedere school onze meningen over de verschillende onderwijzers uiteenlopen? Over het algemeen ben ik diep dankbaar voor deze ervaring evenals vele van mijn vrienden met wie ik contact heb gehouden. We kenden toen nog niet het unieke van de situatie, en kregen pas naarmate de jaren verstreken een dieper besef van de innerlijke zin ervan.

Wat onze ouders betreft, zij brachten offers opdat wij deze opleiding konden krijgen. We zochten hen regelmatig op wanneer ze in de buurt woonden. Het was veel moeilijker voor zowel de leerlingen als de ouders als deze laatsten in het buitenland woonden. Al met al geloof ik dat deze belevenis een zeldzame kans is geweest.

Katherine Tingley


Uit het tijdschrift Sunrise sep/okt 1998

© 1998 Theosophical University Press Agency