De maskers van Odin – Oud-Noorse wijsheid
Elsa-Brita Titchenell

isbn 9789070328634, gebonden, bestel boek

Uit deze uitgave mag alleen met toestemming van de uitgever iets worden overgenomen.

© 2005  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

 

      Inhoudsopgave     

 

17 – Trymskvädet (De diefstal van de hamer van Thor)


Aantekeningen van de vertaler

Langgeleden, vóór de mensheid begon na te denken en verantwoordelijk werd, werd de hamer van Thor door de reus Trym gestolen. Thors hamer vertegenwoordigt macht, niet alleen om te vernietigen maar ook om te scheppen, waaronder het vermogen zich voort te planten: dus is Mjölnir het symbool van het huwelijk. Loki, het instrument van de goden en de woordvoerder van de reuzen, wordt door Thor eropuit gestuurd om de hamer te zoeken en onmiddellijk leent hij Freya’s ‘verengedaante’ en gaat op weg om het onvervangbare symbool van schepping op te sporen. Hij keert terug met het nieuws dat Trym inderdaad Mjölnir heeft gestolen en diep in de aarde heeft verborgen. In ruil voor de terugkeer ervan verlangt de stof-reus dat Freya zijn bruid wordt. Freya is, naast de inwonende geest van Venus, en de zuster van Frey, de aarde-godin, en vertegenwoordigt, zoals we hebben gezien, de hogere intelligentie van onze mensheid; zij begeleidt en beschermt ons menselijk ras dat haar Brisinga-juweel is.

Toen de godin de buitensporige eis van Trym hoorde, barstte ze met zoveel kracht in lachen uit dat het kostbare juweel in stukken uiteenviel. Ja, al de goden die bijeenkwamen om aan deze noodsituatie het hoofd te bieden, reageerden ontsteld op het ultimatum van de reus. Tijdens deze beraadslagingen stelde Heimdal voor dat Thor zich zou verkleden als Freya in een bruidsgewaad zodat hijzelf zijn bezit zou kunnen terugkrijgen. Zijn vergeefse protesten worden door de verzamelde godheden terzijde geschoven, en Thor geeft zich aarzelend over aan de onwaardigheid om te worden gehuld in fijn linnen en, terwijl hij twee geronde stenen op zijn borst draagt, reist hij naar de zaal van Trym, vergezeld door Loki verkleed als bruidsmeisje.

Gedurende de huwelijksfeestelijkheden raakt de reus met schrik vervuld door de buitensporige honger en dorst van de bruid. Alleen de snelle tegenwoordigheid van geest van Loki redt de situatie wanneer hij verklaart dat Freya in afwachting van de blijde gebeurtenis lang heeft gevast. Toen Trym boog om zijn bruid te kussen en de sluier oplichtte, en de bliksem schietende blik van de dondergod zag, deinsde hij door de schok hiervan over de volle lengte van de zaal terug. Weer kwam Loki tussenbeide met een verklaring die de reus (die kennelijk nogal onbenullig was) gelukkig tevredenstelde.

Trym gaf opdracht om Mjölnir te brengen en op de schoot van de bruid te leggen om het huwelijk in te zegenen. En zo gebeurde het dat de kracht van Thor werd hersteld na het misbruik ervan in de sfeer van de stof door een ras dat zich nog niet bewust was van zijn verantwoordelijkheid als een mensheid. Het is hier misschien niet misplaatst op te merken dat onze eigen hedonistische tijd kennelijk niet de eerste is om misbruik te maken van scheppende en vernietigende kracht. De creativiteit die wordt gesymboliseerd door Thors hamer – het vermogen om draaikolken van activiteit in beweging te zetten om leven te bevatten en vormen tot stand te brengen om door goden te worden bezet – kan vanzelfsprekend op veel bestaansniveaus worden toegepast. Onze aarde laat analoge voorbeelden zien: ieder ontwikkelingsstadium – van het zich vermenigvuldigen van minerale kristallen, de vele ingenieuze middelen die planten hebben om sporen en zaden te verspreiden, en het seizoensgebonden samenkomen van dieren, tot aan de menselijke seksualiteit – biedt meer kansen voor creativiteit dan de eraan voorafgaande. Wij mensen zijn in onze scheppingen niet beperkt tot de fysieke wereld. We genieten een grotere vrijheid van creativiteit dan in een van de voorafgaande stadia van ontwikkeling: onze veelzijdige intelligentie en exclusief menselijke intuïtie zijn poorten naar werelden van wetenschap en kunst, naar gebieden van inspiratie en filosofische en spirituele idealen die niet beschikbaar zijn voor ‘de dwergen in Dvalins gevolg’. Hierdoor bevinden we ons in een positie van verantwoordelijkheid voor het beheer van onze aarde en voor de rijken van wezens die lager staan dan de mens en die in onze voetsporen treden.

De theosofische geschiedschrijving zegt dat sinds de tijd dat de scheppende kracht vanuit het gebied van de goden naar de aarde kwam, de planeet een nog grotere stoffelijkheid heeft doorgemaakt dan die welke heerste toen Thors hamer werd gestolen, in een tijd waarin de toestand van de aarde was te vergelijken met die van nu. Wij zijn sinds die tijd nog verder afgedaald en zijn begonnen om weer omhoog te klimmen. Op het punt halverwege de levensduur van de aarde begonnen haar zwaarste atomen hun substantie uit te stralen, dat wil zeggen, radioactiviteit begon. Dit was miljoenen jaren geleden, hoewel ze pas kort geleden werd ontdekt. De planeet zal moeten doorgaan om haar stof te verfijnen (met intervallen van consolidatie die geleidelijk steeds korter zullen worden) tot ze uiteindelijk sterft. Volgens de brahmaanse en theosofische chronologie waren we het nadir of keerpunt gepasseerd toen we op het pad onze langzame schreden weer omhoog begonnen te richten naar spirituele groei. Het verhaal van Völund vertelt hoe het de meest materiële mensheid verging tijdens dat donkerste uur van de planeet (blz. 253-64).


 

Trymskvädet

Vertoornd was Wing-Thor toen hij wakker werd en zijn hamer miste. Hij schudde zijn baard en trok aan zijn haar. De Zoon van de Aarde zocht al tastend om zich heen en zijn eerste woorden waren:
Thor:
Luister naar me, Loki. Wat ik heb te zeggen weet niemand, noch op aarde noch in de hemel: de hamer is gestolen van de Áse.
Ze gingen naar het hof van de mooie Freya en zijn eerste woorden waren:
Thor:
Freya, leen mij je verengedaante, opdat ik mijn hamer zal vinden.
Freya:
Ik zou haar aan je geven al was ze van goud. Ik zou haar aan je geven al was ze van zilver.
Loki vloog, de verengedaante klapwiekte; hij verliet de hoven van de Asen en betrad de reuzenwereld, waar Trym de thursenvorst1 op de hoge zetel zat en gouden halskettingen schakelde voor zijn honden en de manen van zijn paarden vlocht.
Trym:
Hoe gaat het met de Asen? Hoe gaat het met de elfen? Waarom ben je naar de reuzenwereld gekomen?
Loki:
Het gaat slecht met de Asen. Heb je Lorride’s2 hamer verborgen?
Trym:
Ik heb Lorride’s hamer onder de grond verborgen, acht dagen reizen diep; geen mens zal hem terughalen tenzij hij mij Freya brengt tot vrouw.
Loki vloog weg, de verengedaante klapwiekte; hij verliet de reuzenwereld en ging de hoven van de Asen binnen; daar ontmoette Thor hem in het midden van het hof, en zijn eerste woorden waren:
Thor:
Heb je het doel bereikt en de moeite gedaan? Maak melding van de boodschap van ver. Gezeten dwaalt een spreker vaak van zijn onderwerp af, achteroverleunend kan hij gaan liegen.
Loki:
Ik heb het doel bereikt en ook de moeite gedaan: Trym, de thursenvorst, heeft je hamer. Niemand kan deze terughalen tenzij hij Freya meebrengt tot vrouw voor de reus.
Ze zochten Freya op, en onmiddellijk sprak hij deze woorden:
Thor:

Maak je klaar Freya, in bruidsjurk. Wij beiden zullen naar de reuzenwereld gaan.

Vertoornd was Freya. Zij snoof van woede zodat alle zalen van de Asen schudden. Het Brisingamen viel in gruzelementen.
Freya:
Ik zou wel helemaal mannengek moeten zijn om met jou mee te gaan naar de reuzenwereld.
Alle goden en godinnen kwamen voor beraad bijeen; de machtige Asen overlegden hoe ze de hamer van Lorride zouden kunnen terugkrijgen. Toen zei Heimdal, de witste van de Asen, die wijselijk kon vooruitzien zoals de Vanen:
Heimdal:
Laten we Thor verkleden in een bruidsjurk en laat hem het Brisingamen dragen! Laat hem een bundeltje rinkelende sleutels dragen, een vrouwengewaad dat rond zijn knieën valt, op zijn borst geronde stenen, en een bruidssluier om zijn hoofd!
Thor:
De Asen zouden me verwijfd noemen als ik mijzelf in een bruidsjurk zou tooien.
Loki, zoon van Löfö3: Stil, Thor! Zulke woorden! De reuzen zullen zich snel in Ásgárd vestigen als je niet je hamer terughaalt.
Ze tooiden Thor in een bruidsjurk en met het grote Brisinga-juweel; vanaf zijn middel bungelden sleutels en een vrouwenrok viel om zijn knieën; op zijn borst twee grote ronde stenen. Zijn hoofd werd gesluierd met kostbaar linnen. Löfö’s zoon zei:
Loki:
Ik zal meegaan als je bruidsmeisje. Wij beiden zullen naar de reuzenwereld reizen.
De thursenkoning zei:
Trym:
Sta op reuzen. Bestrooi de banken. Ze brengen mij Freya tot vrouw, de dochter van Njörd uit Noatun! Breng me koeien met gouden horens en geheel zwarte ossen om deze reus te plezieren; kostbaarheden heb ik in overvloed, juwelen in grote aantallen; alleen Freya ontbreekt.
Tegen de avond kwamen de gasten; bier werd geschonken voor de reuzen. Sifs man4 at alleen al één hele os, acht zalmen, en alle lekkernijen die voor de vrouwen waren bedoeld; en hij dronk drie vaten mede.
Trym:
Wanneer zag u ooit een bruid met een grotere eetlust? Nooit zag ik een bruid die met grotere honger toehapte, of een meisje dat meer mede dronk.
Tussen hen in zat de slimme Loki, die reageerde op de woorden van de reus:
Loki:
Freya heeft acht hele dagen niets gegeten, zozeer verlangde zij naar de reuzenwereld.
Trym boog zich onder de sluier om de bruid te kussen; hij deinsde terug over de volle lengte van de zaal.
Trym:
Waarom heeft Freya zo’n felle blik? Haar ogen branden als vuur.
Tussen hen in zat de slimme Loki, die reageerde op de woorden van de reus:
Loki:
Freya heeft acht hele nachten niet geslapen, zozeer verlangde zij naar de reuzenwereld.
Toen kwam de zuster van de reus de zaal binnen en verzocht om een bruidsgeschenk. Zij vroeg:
Tryms zuster:
Geef mij roodgouden ringen van uw handen als u mijn liefde en mijn gunst zou willen winnen.
Trym:
Breng de hamer binnen om de bruid te zegenen. Leg Mjölnir op de schoot van het meisje; vouw onze handen samen met de huwelijksband.

Toen lachte het hart in Lorride’s borst, toen hij de hamer met de harde kop voelde. Eerst doodde hij Trym, de thursenkoning, daarna schakelde hij al zijn familieleden uit. Hij doodde de bejaarde reuzenzuster die had durven vragen om een bruidsgeschenk; klappen kreeg ze, geen ringen en munten, klappen met de hamer in plaats van juwelen.

Zo kwam de hamer opnieuw bij Odins zoon.

 

Noten

1. Thurse: een niet-bezielde stofreus.

2. Thor.

3. ‘Bladerrijk eiland’: de aarde.

4. Thor.

 


De maskers van Odin – Oud-Noorse wijsheid, blz. 220-6

© 2005  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag