Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

2. De eerste mysteriescholen

De tijd schreed voort en de mensheid nam flink in macht toe. Terwijl Lemurië het leven schonk aan Atlantis, het derde wortelras het vierde voortbracht, werd de hevigste strijd geleverd: de oorlog tussen de heren van licht en waarheid en de heren van duisternis en onwetendheid.

Een ontwakend verstand is evenmin als het bezit van paranormale en fysieke vermogens een waarborg voor morele kracht. Op het toppunt van hun ontwikkeling waren de Atlantiërs een beschaving die rustte op een krachtig intellect dat door psychofysieke macht werd gemotiveerd, maar in het algemeen niet door ethische normen in bedwang werd gehouden. De magie, die bij de Lemuriërs een gave van de natuur was, werd in handen van deze reuzen een magie van de stof, psychische magie, en het ras verzonk in een orgie van tovenarij waarvan we de gevolgen zelfs nu nog in uitbarstingen van haat en waanzin ondervinden.

Niet alle Atlantiërs werden echter overweldigd door hun eigen kracht; volstrekt niet. Toch werd een groot deel van hen tovenaars van het kwade, en ze gingen ter plekke ten onder. Anderen, die het licht van het spirituele ‘niet helder konden waarnemen’, werden ongelukkige slachtoffers van de misdadige golven van immorele macht die over het stelsel van continenten van Atlantis spoelden; in hun verwarring zwierven ze her en der en lieten zich de weg wijzen door valse goden, onbetrouwbare gidsen. Enkelen – waarschijnlijk enige miljoenen, maar weinig in verhouding tot de enorm grote bevolking van de Atlantische continenten – bleven in alle opzichten sterk en zuiver, moreel verlicht door het contact met de geest; zij werden de gekozen discipelen van de Broederschap, die deugd en discipline in het land aanmoedigden.

Tot dat moment waren er geen mysteriën nodig, want waarheid was het eigendom van de hele mensheid. Door de groei van het ik-bewustzijn

werd egoïsme geboren uit tot dan toe onbekende verlangens en begeerten, en maar al te vaak maakte men misbruik van kennis en macht, tot ten slotte de noodzaak ontstond het aantal van hen die wisten te beperken. Zo ontstond inwijding.
‘De oorsprong van de mysteriën’, BCW, 14:249

Om het toekomstige bestaan van de mensheid veilig te stellen moest er iets worden gedaan. De situatie had zich zó ontwikkeld dat er nog maar een oplossing was: in elke nationale eenheid een spiritueel centrum te vestigen dat zou dienen om de waarheden die daar werden verkondigd te beschermen en als een geheim oefencentrum waar werkelijke zoekers naar waarheid konden worden getraind en onderwezen en, als ze waardig werden bevonden, waarheid uit de eerste hand konden leren – d.w.z. door inwijding.

De Broederschap die zelfs in de latere tijd van Lemurië al onzichtbare verbindingslijnen voor esoterische instructie had ingesteld, waardoor zij die daarvoor voldoende ontvankelijk waren konden worden getraind, gelouterd en sterk gemaakt voor het ontvangen van waarheid en het veilig stellen ervan, begon daarom nu een systematische campagne. Discipelen, boodschappers, werden uitgezonden en openden esoterische scholen, universiteiten voor de ziel, speciale trainingscentra met het bijzondere doel om daar de meest geschikte mannen en vrouwen bijeen te brengen voor training en onderricht in de mysteriën van de natuur.

Zo werden ongeveer vier of vijf miljoen jaar geleden, toen Atlantis dreigde zichzelf door spirituele verdorvenheid te vernietigen, de eerste mysteriescholen gevestigd. Uit deze vroegste centra kwamen in alle delen van de Atlantische wereld andere mysteriescholen voort. Tegen de tijd dat de Atlantiërs het hoogtepunt van hun materiële glorie hadden bereikt, werkten deze scholen zo hard mogelijk om weerstand te bieden aan de toenemende stroom van tovenarij. Velen – waarschijnlijk miljoenen – werden door het instellen van de mysteriën gered. De meest bewusten van de mensheid zochten daar intuïtief training, terwijl de meeste mensen, al konden ze door onvoldoende innerlijke ontwikkeling niet aan de heilige inwijdingsceremoniën deelnemen, toch door de indirecte uitstraling van spirituele kracht werden geholpen.

Er waren echter mensen die van het kwaad hadden geproefd en zich ertoe aangetrokken voelden. Hun ongevoelig geworden hart bracht hen ertoe lessen te nemen in het beoefenen van het kwade. Tegelijk met het instellen van spirituele centra van licht en waarheid werden er dus scholen voor het kwade gesticht; de door gelofte gebonden volgelingen daarvan werden na verloop van tijd de adepten van de linkerhand. De heren van licht en waarheid verenigden zich tot een vredige onoverwinnelijke kracht om

weerstand te bieden aan de vreselijke en steeds toenemende zondigheid van de adepten van de linkerhand, de Atlantiërs. Dit had tot gevolg dat er nog geheimere scholen, tempels van kennis, en mysteriën werden gesticht, waar niemand werd toegelaten dan na de vreselijkste en zwaarste beproevingen. . . .

. . . De mysteriën werden aan de uitverkorenen van dat ras meegedeeld toen de meeste Atlantiërs te diep in zonde begonnen weg te zinken om ze de geheimen van de natuur te kunnen toevertrouwen.
Op.cit., 14:251, 246

Toen deed zich het meest dramatische moment in de hele geschiedenis van deze ronde voor – een moment dat vele miljoenen jaren duurde: het keerpunt van de cyclus van stof naar geest. Halverwege de periode van het vierde wortelras in deze vierde ronde maakten de Atlantiërs mee dat geest en stof in evenwicht kwamen: naar welke kant zou de weegschaal doorslaan? Naar licht en geest en de uiteindelijke bevrijding van de mensheid? Naar duisternis en materie en slavernij van de mensheid? Een grote schok ging door de aarde: zou de aangeboren spiritualiteit sterker blijken dan het gewicht van verkregen stoffelijkheid? Zou de mensheid de ladder van de evolutie op de lichtende boog bestijgen, of voorovervallen in de diepte van materie op de neergaande schaduwboog? De miljarden mensen bij wie het hart moest worden gewogen tegen de veer van de geest moesten ieder afzonderlijk de beslissende test doorstaan: mislukking betekende omlaag te worden gesleurd naar nog grotere stoffelijkheid, niet in staat om in de huidige grote wereldcyclus op te stijgen met de geest; succes hield in het omhoogstijgen met de algemene stroom van evolutionaire vooruitgang, tot het zelfbewuste één-zijn met het goddelijke weer wordt bereikt.

De gebeurtenis die ongeveer een miljoen jaar duurde ging voorbij. Gelukkig voor de mensheid behield de meerderheid, grotendeels door de inspanningen van de mysteriescholen, voldoende bewustheid van het goddelijke om de weegschaal in hun voordeel te laten doorslaan. Voor miljoenen was het een onbewuste keus, maar niettemin een keuze die door het betere deel van hun natuur was gemaakt – hoe klein die meerderheid misschien was, zullen we nooit te weten komen.


Mysteriescholen door de eeuwen heen, blz. 9-13

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag