Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Het bestuderen van theosofie

[‘Of studying theosophy’, The Path, januari 1890, blz. 319-21]

Er wordt vaak de vraag gesteld: ‘Hoe zou ik of mijn vriend theosofie moeten bestuderen?

Als iemand met deze studie begint moet eerst zijn aandacht worden gevraagd voor een hele reeks zaken die hij niet zou moeten doen. Verbeeld u niet dat u alles weet, of dat iemand in wetenschappelijke kringen over een onderwerp het laatste woord heeft gesproken. Denk niet dat de huidige tijd de beste is of dat de Ouden bijgelovig waren en niet op de hoogte waren van de natuurwetten. Vergeet niet dat kunsten, wetenschappen en metafysica niet samen met de Europese beschaving zijn opgekomen; en vergeet niet dat de invloed van Socrates, Plato en Aristoteles van het oude Griekenland nog steeds doorwerkt in het moderne denken. Denk niet dat onze sterrenkundigen van de dierenriem veel meer dan een warboel zouden hebben gemaakt, als de oude Chaldeeën ons niet die hadden nagelaten die we nu nog gebruiken. Vergeet niet dat men gemakkelijk kan aantonen dat hogere vormen van beschaving periodiek op verschillende plaatsen op deze aardbol hebben bestaan en grote en kleine sporen hebben achtergelaten. Verwar boeddhisme niet met brahmanisme, en denk niet dat hindoes boeddhisten zijn, en vertrouw niet op Engelse of Duitse sanskritisten als ze de geschriften toelichten van oosterse volkeren van wie de gedachten voor ons even vreemd zijn als onze landen dat voor hen zijn. Men moet eerst bereid zijn tot een helder en onbevooroordeeld onderzoek.

Maar als de belangstellende vanaf het begin geneigd is theosofische schrijvers op hun woord te geloven, dan is voorzichtigheid evenzeer geboden, want theosofische literatuur draagt niet het stempel van gezag. We zouden allen in staat moeten zijn een reden aan te geven voor de hoop die er in ons leeft, en dat kunnen we niet indien we zonder studie de woorden van anderen hebben geslikt.

Maar wat is studie? Het is niet alleen het lezen van boeken, maar veeleer het lang, serieus en zorgvuldig nadenken over het bestudeerde onderwerp. Wanneer een student reïncarnatie en karma als ware leerstellingen aanneemt, begint het werk nog maar pas. Veel theosofen nemen leringen met die naam aan, maar zijn niet in staat te vertellen wat ze hebben aangenomen. Ze gaan niet na wat er reïncarneert, of hoe, wanneer of waarom karma zijn gevolgen heeft, en weten vaak niet wat het woord betekent. Sommigen denken eerst dat ze, wanneer ze sterven, zullen reïncarneren, zonder te bedenken dat ze dan het lagere, persoonlijke ik bedoelen dat niet opnieuw in een lichaam kan worden geboren. Anderen denken dat karma eenvoudig karma is, zonder een helder idee te hebben over soorten van karma, en of dit straf, beloning of beide is. Daarom zijn het zorgvuldig bestuderen van een uiteenzetting van de leringen in een of twee boeken en daarna een verdere nauwgezette studie ervan absoluut noodzakelijk.

Theosofen studeren te weinig op de juiste manier en lezen te veel nieuwe boeken. Niemand kan vaststellen of Sinnett in Esoteric Buddhism weldoordacht schrijft, tenzij het boek wordt bestudeerd en niet alleen maar wordt doorgebladerd. Hoewel zijn stijl helder is, is de behandelde stof moeilijk, en deze moet goed in het geheugen worden opgeslagen en zorgvuldig worden overdacht. Een juist gebruik van dit boek en ook van De geheime leer, De sleutel tot de theosofie en van elk ander materiaal dat over de samenstelling van de mens is geschreven, leidt tot kennis van de leringen over het wezen dat er het meest bij betrokken is; en pas wanneer die kennis is verkregen, is men geschikt om de rest te begrijpen.

Personen met een toegewijde aard die aan het werk zelf willen deelnemen voor het welzijn van de mensheid studeren op een andere manier. Zij zouden alle aspecten van de theosofische literatuur nog grondiger moeten bestuderen om ze aan anderen duidelijk te kunnen uitleggen, want iemand die een zwak betoog houdt of goedgelovig schijnt te zijn, maakt weinig indruk op anderen.

Westerse theosofen hebben geduld, vastberadenheid, onderscheidingsvermogen en een goed geheugen nodig als ze ooit van plan zijn voor de leringen die ze verspreiden de aandacht van de wereld te trekken en vast te houden.

William Brehon


Theosofische inzichten, blz. 105-6

© 2023 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag