HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky / Sylvia Cranston, Carey Williams (research assistent)

bestel boek

Tweede, herziene druk 2008

© 2008  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

5 – Bij de boeddhisten

 

Vanaf het moment dat HPB en Olcott in Bombay aan land waren gegaan, hadden de bewoners van Sri Lanka er bij hen op aangedrongen hun land te bezoeken. Dit was pas mogelijk in mei 1880. Het theosofische gezelschap bleef daar drie maanden en de bevolking liep massaal uit om hen toe te juichen toen ze van stad tot stad trokken.

Het was een verrassing dat de eilandbevolking van Blavatsky en Olcott had gehoord voordat ze naar India kwamen. De bekende Britse boeddhist Dennis Lingwood vertelt het boeiende verhaal.

In de jaren zeventig van de 19de eeuw probeerde de grootste spreker in de geschiedenis van Sri Lanka, Megethuvatte Gunananda, in zijn lezingen de invloed van de zendelingen daar te ondermijnen. De christenen organiseerden een enorme openbare bijeenkomst in Panadura, vastbesloten deze ontzagwekkende tegenstander eens en voor altijd het zwijgen op te leggen. Gunananda werd uitgedaagd om de grootste geleerden in hun gelederen in een open debat te ontmoeten. Alleen, maar onverschrokken, stond hij tegenover de vereende krachten van de christelijke orthodoxie, en zo indrukwekkend was zijn welsprekendheid, zo krachtig zijn redenering, dat zijn tegenstanders met schande werden verslagen. De gevolgen van dit historische debat waren zelfs in Amerika voelbaar, en enkele jaren later ontving hij een brief van een Amerikaanse kolonel en een Russische adellijke dame die hun tevredenheid uitten over zijn overwinning en die hem op de hoogte stelden van de vorming van de Theosophical Society in New York in 1875. De brief ging vergezeld van twee omvangrijke boekdelen met de titel Isis Ontsluierd. Gunananda nam onmiddellijk een geregelde briefwisseling op met de twee buitenlandse sympathisanten en begon hun brieven en ook fragmenten uit Isis Ontsluierd in het Singalees te vertalen.* Deze vertalingen circuleerden over het hele eiland, en het duurde niet lang voordat de namen van H.S. Olcott en H.P. Blavatsky met verwondering en vreugde in elk boeddhistisch huishouden werden herhaald.57

*Men beschouwt Isis Ontsluierd gewoonlijk als een boek dat de theosofische filosofie introduceerde bij westerlingen. Het is bijzonder interessant dat niet alleen Gunananda tot dat boek werd aangetrokken, maar ook Damodar, en later de brahmaanse geleerde T. Subba Row en zijn collega’s in Madras die daardoor theosofen werden.

Het was tijdens hun eerste bezoek aan Sri Lanka dat HPB en Olcott ‘pansil namen’ (formeel boeddhist werden). Deze daad leidde later tot misverstand, hoewel HPB haar standpunt zorgvuldig toelichtte:

Het is waar dat ik de filosofie van Gautama Boeddha als het verhevenste stelsel beschouw; het zuiverste en vooral het meest logische van alle. Maar het stelsel is in de loop van de eeuwen verdraaid door de eerzucht en het fanatisme van de priesters en is een volksreligie geworden. . . . Ik geef er de voorkeur aan vast te houden aan de moederbron en niet afhankelijk te zijn van een van de talrijke stromen die eruit voortvloeien. . . . In zijn hervorming en protest tegen de misbruiken van de geslepen brahmanen, baseerde Gautama zich geheel op de esoterische betekenis van de grootse oorspronkelijke geschriften.58

Tijdens dit bezoek aan Sri Lanka werden een aantal afdelingen van de TS gevormd en veel Singalezen werden lid van de Theosophical Society. Een van hen was een zestienjarige jongen die de voornaamste boeddhistische propagandist van onze tijd werd, Anagarika Dharmapala – een ontzagwekkende figuur in het werk voor de spirituele herrijzenis van Azië. In het tijdschrift Asia (september 1927) schreef hij over zijn tweede ontmoeting met HPB:

In december 1884 bezochten Mw. Blavatsky en kolonel Olcott Colombo opnieuw toen ze op weg waren naar Madras. Ik vertelde mijn vader dat ik naar Madras wilde gaan en met hen samenwerken. Eerst gaf hij toestemming. Maar op de dag van mijn vertrek verklaarde hij plechtig dat hij een slechte droom had gehad en me niet kon toestaan te gaan. De hogepriester, de andere priesters die ik vanaf mijn kinderjaren had gekend, mijn grootouders, ze werkten me allen tegen. Hoewel ik niet wist wat ik moest doen, was mijn hart vastbesloten de reis te maken, die naar mijn gevoel tot een nieuw leven zou leiden. Mw. Blavatsky stond tegenover de priesters en mijn eensgezinde familie. Ze was een bewonderenswaardige vrouw, met een energie en wilskracht die alle hindernissen terzijde schoof. . . . Zo werd de familie overgehaald. . . .

Op een keer vertelde ze me dat ik, omdat ik fysiek en verstandelijk zuiver was, in contact kon komen met de adepten van de Himalaya. Dus had ik op mijn negentiende besloten mijn hele leven te wijden aan een studie van de occulte wetenschap. Maar in Madras was Mw. Blavatsky tegen mijn plan. ‘Het zal veel verstandiger zijn om je leven te wijden aan dienstbaarheid aan de mensheid’, zei ze. ‘En in de eerste plaats, leer Pali, de heilige taal van de Boeddha.’ In die tijd waren de Paligeschriften weinig bekend.

Dharmapala gaf nadere bijzonderheden over het contact met de theosofen en HPB in een brief die werd geschreven in 1924, toen hij lid werd van de Blavatsky Association in Londen:

Ik las de Theosophist vanaf het eerste nummer en besloot mijn leven te wijden aan de studie van de Arhat-leer . . . om het leven van zelfverloochening te leiden zoals wordt verkondigd door de Heer Boeddha. Ik las HPB’s artikel ‘Chela’s en lekenchela’s’ in The Theosophist, dat me de kracht gaf een leven met hoge idealen te volgen. De meesters over wie Sinnett schreef in The Occult World waren voor mij echte levende wezens, en ik wijdde mijn leven aan hen en beloofde in stilte het chela-leven te leiden. HPB heeft me bij mijn pogingen veel geholpen. . . . Tot de dag van haar vertrek [uit Adyar] heeft HPB voor me gezorgd. Zij schreef me dat ik het licht moest volgen dat binnenin mij was. Ik heb haar advies nauwgezet opgevolgd en ik ben blij dat ik kan getuigen van haar verbazingwekkende krachten van mystieke verlichting. . . .

Liefde voor alle levende wezens, klein en groot, de wens om af te zien van zinnelijke genoegens die de vooruitgang op het spirituele gebied belemmeren en de krachtige poging om verdienstelijke daden te verrichten ter verbetering van de toestand van de mensheid, het vergeten van jezelf, zijn voor mij een soort spiritueel voedsel geweest dat ik tot me heb genomen sinds ik in aanraking kwam met de bewonderenswaardige persoonlijkheid HPB.59

 

 


HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 208-10

© 2008  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag