Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

Gesprekken met HPB over occultisme

[‘Conversations on Occultism with H.P.B.’, The Path, april 1894, blz. 17-21; CW 10:268-73]

In 1875, ’76, ’77 en ’78 had ik door mijn nauwe band met HPB vaak de gelegenheid om met haar te spreken over wat we toen ‘magie’ noemden. Deze nuttige, en voor mij schitterende gelegenheden vonden ’s avonds laat plaats, en soms ook overdag. Ik had toen de gewoonte haar overdag op te zoeken telkens wanneer ik vrij kon nemen van mijn kantoor. Vaak bleef ik in haar flat om zoveel mogelijk te horen en te zien. Later, in 1884, bracht ik vele weken bij haar door in de Rue Notre Dame des Champs in Parijs, en zat dag in dag uit en avond na avond bij haar; nog later, in 1888, toen ik bij haar was in Londen, in Holland Park, had ik nog enkele gelegenheden. Een deel van wat ze zei maak ik hier bekend voor hen die met haar woorden hun voordeel kunnen doen. Er is beslist geen grotere praktische occultist bekend in deze eeuw: vanuit dat oogpunt gezien zal wat ze heeft gezegd voor sommige mensen een zeker nut en belang hebben.

Over devachan

Deze term werd toen nog niet gebruikt. Het gesprek ging over stappen op het pad en het terugkeren naar deze wereld. In antwoord op een vraag:

‘Ja, je bent hier al eerder geweest en hebt je al eerder hiermee beziggehouden. Je werd geboren met deze neiging, en in andere levens heb je deze mensen [veronderstelde invloeden van adepten] ontmoet, en ze zijn hier om je daarom te ontmoeten.’

Later, toen bepaalde termen in gebruik raakten, werd de vraag gesteld of iedereen 1500 jaar in devachan verblijft.

‘Judge, je moet weten dat we volgens onze filosofie daar niet allemaal zo lang blijven. Het varieert met ieders karakter. Iemand met materialistische denkbeelden zal eerder terugkomen dan iemand die een spirituele filosoof en een goed mens is. Trouwens, bedenk dat alle werkers voor de Loge, ongeacht hun graad, worden geholpen om uit devachan te komen, indien ze dat toelaten. Je eigen gedachte die je hebt uitgesproken, dat er geen 1500 jaar waren verstreken sinds je naar devachan ging, is juist, en wat ik zeg heeft de meester zelf aan mij verteld.’

Precipitaties door de meesters

In antwoord op een vraag hierover zei ze:

‘Als je denkt dat de meester de dingen altijd precipiteert, dan heb je het mis. Ja, dat kan hij doen. Maar de meeste precipitaties worden door chela’s gedaan, die in jouw ogen bijna meesters zijn. Ik zie zijn opdrachten, en de gedachten en woorden die hij wil gebruiken, en ik precipiteer ze in die vorm; dat doet * * * ook, en nog een of twee anderen.’

‘En hoe zit het met hun handschrift?’

‘Alles wat je schrijft is jouw handschrift – maar het is niet je persoonlijke handschrift – dat je in het algemeen gebruikt en dat je als eerste hebt geleerd wanneer je een fysieke vorm aanneemt. Je weet dat de handschriften van de meesters, die ze persoonlijk gebruiken, zowel wat de vorm als de weergave van klanken betreft, een vreemde, in feite een Indiase, taal betreft. Dus gebruiken ze voor het Engels een andere vorm, en in die vorm precipiteer ik boodschappen overeenkomstig hun opdrachten. Op een dag betrapte B–– me bijna en maakte er zowat een puinhoop van door mij te laten schrikken. De boodschap moet in facsimile in het astrale licht worden gezien, en door middel van die astrale matrix precipiteer ik haar als geheel. Het is echter anders wanneer de meester me het papier en het voltooide bericht stuurt. Daarom noem ik deze dingen ‘psychologische trucs’. Men scheen objectieve wonderen te verlangen, maar als men even nadenkt dan blijkt dat ze niets anders zijn dan een bewijs van occulte vermogens. Veel mediums hebben precipitaties verricht voordat men van mijn armzalige zelf had gehoord. Maar gezegend is hij die geen behoefte heeft aan wonderen. Je hebt veel van dat soort dingen gezien. Waarom vraag je mij ernaar? Kun je niet je hersenen en je intuïtie gebruiken? Ik heb je bijna het hele scala van mogelijke wonderen laten zien. Laten ze hun hersenen en intuïtie gebruiken op basis van de bekende feiten en de gegeven theorieën.’

Als witte magiërs handelen, wat gebeurt er dan?

‘Kijk, hier is iemand die wil weten waarom de meesters niet onmiddellijk ingrijpen om zijn zaak veilig te stellen. Hij schijnt niet te beseffen wat het voor een meester betekent om occulte kracht te gebruiken. Als je buskruit laat ontploffen om een rots te splijten, kun je een huis met de grond gelijkmaken. Er is een wet dat als een witte magiër zijn occulte kracht gebruikt, er door een zwarte magiër een gelijke hoeveelheid energie kan worden gebruikt. Scheikundigen vinden kruit uit dat dient als explosief, en slechte mensen kunnen dat gaan gebruiken. Je dringt jezelf op aan de meester en je aanvaardt de gevolgen van de enorme krachten om hem heen die op je inwerken. Als je karakter ergens een zwakke plek vertoont, zullen de zwarte magiërs de verstoring gebruiken door de opgewekte krachten naar die plek te leiden en je ondergang veroorzaken. Zo gaat het altijd. Passeer de grens waarachter de occulte wereld ligt, en met sterke krachten, nieuwe verschrikkelijke krachten moet worden afgerekend. Als je dan niet sterk bent, kun je voor de rest van dat leven een wrak worden. Dat is het gevaar. Dit is één reden waarom meesters zich niet vertonen en vaak niet rechtstreeks handelen, maar bijna altijd via tussenpersonen van een lagere graad. Wat zeg je – ‘de tweevoudige krachten in de natuur’? Precies, daar gaat het om; en theosofen moeten die in gedachten houden.’

Geven de meesters straf?

‘Ik ben niet van plan om je hierover alles te vertellen. Ze zijn rechtvaardig; ze belichamen de wet en mededogen. Denk geen moment dat de meesters je op grond van je mislukkingen en fouten, als die er zijn, op de vingers zullen tikken. Karma zorgt daarvoor. De ethiek van de meesters is de hoogste. Vanuit het standpunt van je vraag straffen ze niet. Heb ik je niet verteld dat de meesters – hoeveel modder er ook naar hen wordt gegooid door mensen die hen kleineren – nooit straf opleggen. Ik begrijp niet waarom zo’n vraag opkomt. Karma zorgt voor alle straf die nodig is.’

Over elementalen

‘Het is nu al langgeleden dat ik je heb gezegd dat dit onderwerp niet zou worden uitgelegd. Maar ik kan je hierover enkele dingen zeggen. Dat elementaal dat jij en Olcott gewoonlijk * * * noemden, kan jullie niet zien, tenzij ik hem dat toesta. Nu zal ik jou op het of hem inprenten, zodat hij je zal onthouden zoals een foto. Maar je kunt hem jou niet laten gehoorzamen tot je weet hoe de kracht moet worden gericht. Ik zal hem naar je toesturen en hem een belletje laten rinkelen.’

Enkele dagen daarna werd het afgesproken teken op enige afstand van haar gegeven; het gerinkel van een belletje klonk in de lucht toen ik stond te praten met iemand die niet in theosofie was geïnteresseerd, en ik bevond me toen op 5 kilometer afstand van HPB. De volgende keer dat ik haar opzocht, vroeg ze of * * * was gekomen en het belletje had laten rinkelen, waarbij ze de exacte dag en het tijdstip noemde.

‘Deze heeft geen specifieke vorm, maar is meer als een kolkende luchtmassa, maar is niettemin een duidelijk afgebakend wezen, zoals je weet op grond van wat hij heeft gedaan. Er zijn een aantal categorieën met hun eigen vorm. De algemene indeling in vuur-, lucht-, aarde- en waterelementalen is redelijk correct, maar ze omvat niet alle categorieën. Er gebeurt om ons heen niets waarbij geen elementalen betrokken zijn, omdat ze een noodzakelijk onderdeel van de natuur vormen, net zo belangrijk als de zenuwstromen in je lichaam. In stormen kun je zien hoe ze rondbewegen. Weet je nog wat je me vertelde over die dame * * * die ze zag veranderen en bewegen tijdens die opera? Het had te maken met haar aanleg en de algemene gedachte achter de opera [Tristan en Isolde van Wagner. – J]. In dat geval, omdat Isolde Iers is, riep de achterliggende gedachte een categorie elementalen wakker die specifiek bij dat eiland en zijn tradities horen. Judge, Ierland is een rare plek. Het zit vol met een opmerkelijke categorie elementalen, en ik zie dat ze zelfs in vrij grote aantallen zijn geëmigreerd! Soms rakelt men heel toevallig een oud stelsel op, zeg uit Egypte; dat verklaart dat eigenaardige astrale geluid waarvan je zei dat het je deed denken aan een sistrum dat wordt geschud; het was echt objectief waarneembaar. Maar, beste vriend, denk je dat ik je een middel zal geven om elementalen op te wekken – nog niet. Bulwer-Lytton schreef voor zijn doen heel verstandig over dit onderwerp.’

Terwijl ze door Central Park, New York, reed: ‘Dit is een interessante plek. Ik zie een groot aantal Indiërs, en ook hun elementalen, net zo echt als jij lijkt te zijn. Ze zien ons niet; het zijn allemaal spoken. Maar, Judge, verwar het magnetisme dat via je huid ontsnapt niet met de zachte klopgeluiden van zogenaamde elementalen die een sigaret willen.’

In W. 34th Street, New York. De eerste keer dat ze met me sprak over elementalen in het bijzonder, toen ik vragen had gesteld over het spiritisme: ‘Het wordt bijna allemaal gedaan door middel van elementalen. Ik kan ze nu klopgeluiden laten maken waar je maar wilt in deze kamer. Kies maar een plek uit.’ Ik wees naar een plek op een harde gipswand die vrij van voorwerpen was. ‘Stel nu een vraag die door klopgeluiden kan worden beantwoord.’

Wat is mijn leeftijd? Klopgeluiden: het juiste aantal.

Hoeveel mensen wonen er in mijn huis? Klopgeluiden: juist.

Hoeveel maanden ben ik in de stad? Klopgeluiden: correct.

Hoeveel minuten voorbij het uur is het op mijn horloge? Klopgeluiden: juist.

Hoeveel sleutels zitten er aan mijn sleutelring? Klopgeluiden: correct.

HPB: ‘Genoeg! We stoppen ermee. Meer krijg je niet, want ik houd ermee op. Wat je ook probeert. Ze hebben geen verstand; ze haalden het allemaal uit je eigen hoofd, zelfs over de sleutels, want je weet innerlijk hoeveel sleutels er aan de sleutelring zitten, hoewel je je het niet herinnert, maar, hoe dan ook, ik kon in je zak kijken en het aantal tellen, en de klopgeluiden gaven dan het juiste antwoord. Er zijn betere dingen te doen dan al die magische onzin.’

Ze precipiteert in Londen

In 1888 was ik in Londen en had een vel papier nodig, met ongeveer vier zinnen geschreven met paarse inkt, dat ik in Amerika had achtergelaten. Ik kwam naar haar kamer, waar B. Keightley was, en zonder iets te zeggen ging ik tegenover HPB zitten en dacht: ‘Kon zij mij maar op een of andere manier een kopie van dat vel papier bezorgen.’ Ze glimlachte naar me, stond op, ging naar haar kamer, kwam direct weer tevoorschijn en gaf me meteen een stuk papier, in het bijzijn van Keightley. Tot mijn verbazing was het een duplicaat van mijn vel papier, een facsimile. Ik vroeg haar toen hoe ze eraan was gekomen, en ze antwoordde: ‘Ik zag het in je hoofd en de rest was gemakkelijk. Je dacht er heel duidelijk aan. Je weet dat het kan worden gedaan, en het was nodig.’ Dit gebeurde allemaal in ongeveer de tijd die nodig is om deze beschrijvende zinnen te lezen.

William Q. Judge


H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen, Deel 3: 1887 – 1889, blz. 350-5
isbn 9789491433191, paperback, eerste druk 2017, bestel boek

© 2017 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag